Op de kaarten van het "Rider-Waite" tarotdeck staat, meestal rechts onderaan, een krabbeltje: een "P" met een lange steel, en op de steel een "C" en een "S". Het is de paraaf van Pamela Colman Smith, de vrouw die deze kaarten tekende. Wie was zij?

Jeugd

Zij was de dochter van Charles Edward Smith en Corinne Colman Smith en werd geboren op 16 februari 1878 aan 28 Belgrave Road, Pimlico, Middlesex, Engeland. Een heel precies adres om aan te geven dat zij toch echt in Engeland is geboren en niet in Jamaica, zoals wel eens wordt beweerd. Wel had zij een band met Jamaica: haar familie kwam er vandaan en zij is er zelf ook wel eens naar toe geweest.
Haar familie (van moederskant) kende al meerdere generaties veel Swedeborgianen en artiesten.
Swedenborg was een christelijke Zweedse visionair uit de 18e eeuw wiens boeken (met veel visioenen) ook nu nog wel door volgelingen gelezen worden.
Toen ze nog heel jong was overleed haar moeder, Pamela werd toen opgenomen door de actrice Ellen Terry, dat had tot gevolg dat ze veel meereisde met de "Lyceum Theatre Group" waar Ellen Terry werkte en die geleid werd door (de in die dagen zeer beroemde) Henry Irving.
Zij moet daar boeiende personen hebben ontmoet, in elk geval Bram Stoker, de schrijver van het bekende boek Dracula. Bram Stoker was de assistant van Henry Irving.

In haar jeugd verhuisde ze regelmatig vanwege het werk van haar vader, die werkte als controleur bij de West India Improvement Company. Ook bezocht ze, samen met haar vader, Jamaica voor een wat langere tijd. In Jamaica hoorde ze veel volksverhalen.
Deze verhalen hebben veel voor haar betekend. Zij publiceerde ze in een wetenschappelijk tijdschrift, maar ze gaf ook geïllustreerde boekjes uit met deze verhalen en ze kleurde de illustraties met de hand in. Ze hield sessies waar ze deze verhalen aan belangstellenden vertelde. Voor haar waren de wezens uit deze verhalen gewone wezens die ze zelf zag, zij was dan ook erg intuïtief.

De kunst

Op 15-jarige leeftijd ging ze studeren aan het Pratt Institute in Brooklyn, ze volgde daar lessen in tekenen en schilderen.
Als artiest deed ze veel werk voor het theater (daar was ze toch al bekend), maar ze kon ook erg goed musicale indrukken uittekenen (Debussy was daar erg van onder de indruk). Ook verzorgde ze boekillustraties en maakte ze vrij werk.
Zij heeft niet veel financieel succes gehad, haar beste tijd was mischien wel de tijd dat ze exposeerde aan de MacBath-gallerie aan de 5th street in New York. Ze verkocht daar ook werk, en in recensies werd ze bijzonder positief beoordeeld.
Het heeft wel wat opgeleverd, maar niet veel, ze had vrijwel haar hele leven te kampen met geldgebrek.

In 1904 startte ze de Green Sheaf Press. Daar maakte ze kleine oplagen van boekjes die ze met de hand inkleurde. Ze was geen zakenvrouw en het uitgeverijtje werd geen succes.

Van 1907-1909 leek het tij wat te keren, ze exposeerde diverse keren bij Stieglitz aan de Madison Avenue in New York. Dat was heel bijzonder, want de gallerie van Stieglitz was eigenlijk bedoeld voor fotografie, maar omdat Stieglitz haar werk zo bijzonder vond heeft hij diverse exposities gegund (tot frustratie van enige fotografen).

Golden Dawn

In 1900 ontmoette ze W.B. Yeats, de bekende schrijver die lid is geweest van de Golden Dawn.
In eerste instantie mocht ze hem niet, maar ze hadden 1 ding gemeen: hun interesse in volksverhalen. En volksverhalen waren voor haar niet zomaar vertelseltjes: natuurgeesten en mythische wezens waren voor haar gewoon realiteit, en soms zag ze natuurgeesten.
Ze moet dan ook erg intu&ium;tief zijn geweest. Waite was daar later zeer van onder de indruk.
Via Yeats kwam ze in contact met de Golden Dawn waar ze intrad, bij haar intrede koos ze de naam "Quid tibi id aliis" (Doe zoals je wilt dat anderen jou doen).

Er waren nog al wat problemen geweest in de Golden Dawn (in Tarotmagazine nr. 5 heb ik daar al iets over geschreven), en de rust was nog niet helemaal teruggekeerd.
Arthur Waite wilde daar iets aan doen (waarschijnlijk is hij daar toe verzocht), bovendien wilde hij een eigen orde starten. Als iemand vanuit 2 doelen handelt is de kans op verwarring groot, die verwarring kwam dan ook.
Wat volgde lijkt het meest op een soort staatsgreep van de kant van Waite die uitmondde in de "Independent en Rectified Rite". Anderen gingen hun eigen weg, ieder met een aantal leden.
Een van de leden die Waite volgden was Pamela Colman Smith. Het moet zeker een rol hebben gespeeld dat zij zich beter thuis voelde bij de benadering van Arthur Waite die minder met praktische magie bezig was maar meer een mystieke benadering had.

Waite, die probeerde van de pen te leven, had bij diverse uitgeverijen gepubliceerd voor hij bij Rider kwam. In zijn memoires ("Shadows of Life and Thought") schrijft hij daarover dat zijn eerste werk bij Rider een "verrukkelijk experiment" was met de Tarot.
Hij schrijft dat er in die tijd een psychisch bijzonder begaafde en zeer verbeeldingsrijke artiest, genaamd Pamela Coleman Smith (hij schreef haar middelste naam consequent verkeerd) was, die een Tarot zou kunnen maken met aantrekkingskracht voor de kunstwereld en met een suggestie van betekenis achter de symbolen die veel verder ging dan de voorspellende betekenis.
Met "suggestion of significance" lijkt Waite te zeggen dat hij de fantasie van de tarotist wilde stimuleren.
Maar hij vond het ook zijn taak er voor te zorgen dat de tekeningen, in het bijzonder die van de grote arcana, dingen in het duister lieten die niet voor iedereen bestemd waren.
Opvallend is ook dat Waite schrijft dat men in de Golden Dawn van oudsher geen erg diep inzicht had in de tarotkaarten, maar dat men - onder zijn leiding - er toch wel achter kwam dat sommige van de symbolen poorten waren die toegang gaven tot visioenen die veel verder gingen dan occulte dromen.
In het bijzonder bij de Hogepriester, de Zot en de Gehangene was het erg belangrijk dat Pamela niet te veel oppikte (ook niet telepathisch) wat niet voor de openbaarheid bestemd was.
Wel moest ze de astrologische symboliek nauwgezet volgen, Pamela interesseerde zich zelf trouwens voor astrologie.
Waite schrijft dat hij bij het schrijven van het begeleidende boekje moest oppassen niet te veel prijs te geven, iets waar hij vrij goed in is geslaagd.

Waite bemoeide zich vooral met de grote arcana. Hij liet Pamela meer vrijheid bij het uitwerken van de kleine arcana kaarten. Soms gebruikte ze hiervoor taferelen die ze in een andere context al eerder had getekend. In de kleine arcana zie je vrij veel kaarten waarop een kaal podium lijkt te zijn getekend met een décor op de achtergrond (een restant van haar theaterverleden?). Verder is duidelijk geput uit de Sola Busca tarot. Dit werd mogelijk gemaakt doordat de familie Sola in 1907 foto's van de kaarten schonk aan het British Museum. Waar de originelen van de kaarten zijn is momenteel niet bekend.
Pamela schreef aan Stieglitz (de galeriehouder) dat zij 80(!) designs voor tarotkaarten heeft getekend, "a big job for very little cash" schrijft ze er over. Overigens is mij niet helemaal duidelijk wie er eigenlijk iets aan deze kaarten heeft verdiend. Waite schrijft zelf een aantal jaren later dat hij geen belang heeft bij de verkoop van de tarotkaarten. Pamela heeft er weinig voor gehad. Zijn de opbrengsten naar de uitgever gegaan of is er een eenmalig bedrag betaald???

Na de Tarot

Rond 1914 veranderde er iets bij Pamela. Zij ontving altijd veel mensen en zij hield een gastenboek bij waar talloze bezoekers hun naam in gezet hebben; theatermensen, schrijvers, magiërs etc.etc.
Zij gaf het boek weg en er wordt gezegd dat zij niet veel meer om mensen gaf.
Mogelijk is zij verbitterd geraakt omdat mensen haar speelse manier van doen aanzagen voor oppervlakkigheid, iets wat niet terecht was, want zij kon zich zeer diepgaand met dingen bezighouden. Ook maakten mensen misbruik van het feit dat ze niet erg zakelijk was.
In elk geval verhuisde ze naar Cornwall. Toen ze wat geld erfde huurde ze een huis in een artiestencolonie "The Lizard" in Cornwall. Zij was katholiek geworden en verhuurde haar huis als vakantiegelegenheid voor katholieke geestelijken. Ook hier weer weinig financieel succes.
Zij moet zeer gelovig katholiek zijn geweest, de informatie over deze periode is wat schaars. Wel lijkt het er op dat zij ook in deze omgeving teleurstellende ervaringen heeft opgedaan.
Het katholicisme beviel haar toch wel goed, zij zei er later zelfs over dat het "such fun" was.
In 1948 werd zij Fellow van de Royal Society of Arts.
Zij overleed op 18 september 1951 in Bude, zij is begraven op het katholieke kerkhof in die plaats, maar de preciese locatie van haar graf is onbekend.
Haar bezittingen werden allemaal verkocht om de schulden te kunnen betalen. Voor haar vriendin die bij haar woonde bleef niets over.

Literatuur:

Gilbert, R.A.: Arthur E. Waite, Ein Magier besonderer Art (Königsfurt, 1998)
Kaplan, Stuart R.: The Encyclopedia of Tarot, vol. III (Stamfort, 2002)
Waite, Arthur E.: Shadows of Life and Thought (Kila, ongedateerd)